2 Is er een wettelijk huwelijksvermogenstelsel en zo ja, wat houdt dit in?
2.1. Beschrijf de algemene beginselen: Welke goederen maken deel uit van de gemeenschap van goederen? Welke goederen zijn onderdeel van het privé vermogen van de echtgenoten?
Het wettelijk huwelijksvermogensstelsel is dat van scheiding van goederen. Elke echtgenoot behoudt wat hij/zij in het huwelijk heeft gebracht en wordt enig eigenaar van de goederen die hij/zij tijdens het huwelijk verwerft (§ 1237 Allgemeines Bürgerliches Gesetzbuch, ABGB). Met betrekking tot de beschikking over hun goederen zijn de echtgenoten in principe niet onderworpen aan beperkingen en hoeven zij niet borg te staan voor de schulden van de andere echtgenoot.
2.2. Zijn er wettelijke veronderstellingen met betrekking tot de toekenning van goederen?
Er zijn geen dergelijke juridische veronderstellingen.
2.3. Moeten de echtgenoten een inventaris van de bezittingen opstellen? Zo ja, wanneer en hoe?
Er is geen bepaling in het recht die het opstellen van een inventaris van de activa verplicht stelt.
2.4. Wie is verantwoordelijk voor het beheer van het vermogen? Wie mag goederen vervreemden? Mag één echtgenoot alleen de goederen vervreemden/beheren of is de toestemming van de andere echtgenoot nodig (bijvoorbeeld in geval van vervreemding van echtelijke woning)? Welk effect heeft de ontbrekende toestemming op de geldigheid van een overdracht en op de tegenwerpbaarheid daarvan aan een derde?
In principe kunnen de echtgenoten tijdens het huwelijk vrij over hun eigen vermogen beschikken. Zij kunnen hun vrijheid om te beschikken over bepaalde goederen beperken door in te stemmen met een verbod op vervreemding en/of bezwaring ten gunste van de andere echtgenoot (§ 364c ABGB). Dit verbod is tegenstelbaar aan derden door het in het kadaster in te schrijven, zodat voortaan alleen over het betreffende onroerende goed beschikt kan worden met toestemming van de andere echtgenoot.
Wanneer de echtgenoten samen een 'condominium' verwerven in de zin van de WEG (Wohnungseigentumsgesetz), kunnen ze over het condominium en het gebruik daarvan ook alleen samen beschikken (§ 13 lid 4 WEG). Een aandeel in een condominium kan ook alleen gezamenlijk door de echtgenoten beperkt, bezwaard of ten uitvoer worden gelegd. Een vervreemding van een eigendomsaandeel door één echtgenoot moet worden goedgekeurd door de andere echtgenoot. (§ 13 lid 3 WEG) Indien de woning dient om te voldoen aan de dringende huisvestingsbehoeften van minstens één van de echtgenoten, dan is het de andere echtgenoot verboden om tijdens het huwelijk een vordering in te dienen tot beëindiging van de condominiumgemeenschap krachtens § 830 ABGB (§ 13 lid 6 WEG).
Als slechts één echtgenoot het recht heeft over een woning te beschikken die dient om te voldoen aan de dringende huisvestingsbehoefte van de andere echtgenoot, dan is het de eerstgenoemde echtgenoot in het algemeen verboden om over de woning te beschikken ten nadele van de andere echtgenoot (§ 97 ABGB).
2.5. Is een overdracht verricht door de ene echtgenoot ook bindend voor de andere?
In het kader van de zogenaamde Schlüsselgewalt kan de echtgenoot die het huishouden doet en geen inkomen heeft of slechts een laag inkomen heeft, wettelijke dagelijkse transacties verrichten voor de andere echtgenoot die bedoeld zijn voor het huishouden en die niet boven een bepaald niveau uitkomen dat overeenstemt met de levensstandaard van de echtgenoten (§ 96 ABGB). In dat geval wordt alleen de vertegenwoordigde echtgenoot de contracterende partij.
2.6. Wie is aansprakelijk voor de schulden tijdens het huwelijk? Op welke goederen kunnen schuldeisers zich verhalen?
In principe is elke echtgenoot alleen aansprakelijk voor de schulden die hij/zijzelf aangaat. De onder 2.5 beschreven Schlüsselgewalt vormt een uitzondering op deze regel.