8 Wat bepaalt de wet voor de goederen van geregistreerde en niet-geregistreerde partners?

Het geregistreerd partnerschap is gebaseerd op de Eingetragene Partnerschaft-Gesetz (EPG) en is voorbehouden aan homoseksuele paren. Volgens § 27c IPRG, zijn de geregistreerde partners in een grensoverschrijdende context vrij het recht te kiezen dat toegepast dient te worden op hun partnerschapsvermogen. Anders moet het recht van de staat waarin het partnerschap geregistreerd werd, worden toegepast. Het Oostenrijkse huwelijksvermogensrecht is ook van toepassing op het geregistreerd partnerschap (§ 1217 lid 2 ABGB). De condominiumgemeenschap krachtens § 13 WEG en het verbod op vervreemding en bezwaring krachtens § 364c ABGB zijn ook van toepassing op geregistreerde partners. De verdeling tussen de partners van de goederen voor dagelijks gebruik en van het spaargeld vindt plaats op basis van § § 24-41 EPG,, die gebaseerd zijn op §§ 81-98 EheG.
Er zijn geen speciale bepalingen in verband met eigendomsrechten voor niet-geregistreerde buitenechtelijke samenwonenden. Een analoge  toepassing van §§ 81ev. EheG op de verdeling van goederen na ontbinding van het huwelijk werd door de rechtbanken verworpen. De algemene bepalingen van het verbintenissenrecht en het eigendomsrecht worden toegepast op samenwonenden.