2 Is er een wettelijk huwelijksvermogenstelsel en zo ja, wat houdt dit in?

2.1. Beschrijf de algemene beginselen: Welke goederen maken deel uit van de gemeenschap van goederen? Welke goederen zijn onderdeel van het privé vermogen van de echtgenoten?

Per 1 januari 2018 geldt in Nederland een beperkte gemeenschap van goederen, waarbij de bezittingen en de daaraan verbonden schulden verworven tijdens het huwelijk tot de gemeenschap behoren, zie art. 1:94 BW. Niet tot de gemeenschap behoren onder andere goederen krachtens erfrecht of schenking verkregen, rechten op pensioen en nabestaandenpensioen vallende onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Wel in de gemeenschap zal vallen Dit systeem geldt voor huwelijken gesloten vanaf 1 januari 2018 of voor echtgenoten die na die datum bestaande huwelijkse voorwaarden opheffen en gehuwd zijn volgens het wettelijke stelsel. Ook behoort tot de gemeenschap goederen die de echtgenoten (bijv. als samenwonenden) al gezamenlijk bezaten voorafgaande aan het huwelijk. Er geldt een bijzondere regeling wanneer één van de echtgenoten een onderneming drijft, zie art. 1:95a BW.

Voor huwelijken gesloten voor 1 januari 2018 blijft het oude wettelijke stelsel gelden. Het oude wettelijke regime bestaat uit de algehele gemeenschap van goederen). Alle activa die de echtgenoten bezaten aan het begin van het huwelijk en alle activa die ze daarna verwierven, behoren tot de gemeenschap van goederen zolang de gemeenschap niet wordt ontbonden. Activa die worden verworven door erfenis of schenking en die uit hoofde van het testament van de overledene of de bedoeling van de schenker buiten de gemeenschap blijven (ook uitsluitingsbepaling genoemd), pensioenrechten zoals bedoeld in de "Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding" en pensioenen van personen ten laste van de overledene behoren niet tot de gemeenschap. Activa (en schulden) die exclusief tot één van de echtgenoten behoren, vallen ook niet onder de gemeenschap (zie Art. 1:94 lid 5 BW). Op basis van jurisprudentierecht vallen bijzondere pensioenrechten en vergoeding voor immateriële schade onder de eigen activa. Connexiteit wordt in andere gevallen niet zomaar aanvaard. Vruchten van eigen activa behoren ook tot de eigen goederen van een echtgenoot (zie Art. 1:94 lid 6 BW). Alle schulden die elk van de echtgenoten aangaat, met uitzondering van schulden met betrekking tot de eigen activa, behoren ook tot de gemeenschap en moeten aan de hand van gemeenschappelijke activa worden betaald (zie Art. 1:94 lid 7 BW).

2.2. Zijn er wettelijke veronderstellingen met betrekking tot de toekenning van goederen?

Indien er zich tijdens de echtscheidingsprocedure enig geschil voordoet over aan wie een goed toebehoort en geen van de echtgenoten zijn/haar recht op dergelijk goed kan aantonen, wordt het goed beschouwd als een gemeenschappelijk goed, hoewel dit voorschrift niet in het nadeel mag zijn van schuldeisers (zie Art. 1:94 lid 8 BW).

2.3. Moeten de echtgenoten een inventaris van de bezittingen opstellen? Zo ja, wanneer en hoe?

Nee

2.4. Wie is verantwoordelijk voor het beheer van het vermogen? Wie mag goederen vervreemden? Mag één echtgenoot alleen de goederen vervreemden/beheren of is de toestemming van de andere echtgenoot nodig (bijvoorbeeld in geval van vervreemding van echtelijke woning)? Welk effect heeft de ontbrekende toestemming op de geldigheid van een overdracht en op de tegenwerpbaarheid daarvan aan een derde?

Op naam verworven activa (bv. onroerende goederen en aandelen in een nv of bv) worden beheerd door de echtgenoot op wiens naam ze werden verworven. Alle overige activa die tot de gemeenschap van goederen behoren, kunnen door elke echtgenoot afzonderlijk worden beheerd (zie Art. 1:97 BW) Over de echtelijke woning kan enkel worden beschikt met instemming van beide echtgenoten (zie Art. 1:88 BW). Instemming is eveneens nodig om een hypotheek te vestigen op de echtelijke woning. Als de andere echtgenoot omwille van afwezigheid of enige andere oorzaak zijn/haar goedkeuring niet kan geven of weigert goedkeuring te geven, kan de rechter instemming verlenen. Indien nadien blijkt dat er instemming ontbreekt, kan de andere echtgenoot binnen een termijn van 3 jaar (zie Art. 3:52 BW) de ongeldigheid van de rechtshandeling inroepen (zie Art. 1:89 BW)

2.5. Is een overdracht verricht door de ene echtgenoot ook bindend voor de andere?

Zie hierboven antwoord 2.4.

2.6. Wie is aansprakelijk voor de schulden tijdens het huwelijk? Op welke goederen kunnen schuldeisers zich verhalen?

Een echtgenoot is samen met de andere echtgenoot hoofdelijk aansprakelijk voor de huishoudelijke schulden en de verzorgings- en opvoedingskosten van de kinderen tijdens het huwelijk (zie Art. 1:85 BW). Deze regel is van toepassing ongeacht het regime waarin de echtgenoten zijn getrouwd.

Zie voor de huishoudelijke schulden antwoord 2.5. en voor de overige schulden antwoord 2.1. Schuldeisers kunnen zich verhalen op het volledige vermogen van de echtgenoten. Als één echtgenoot een schuld van de gemeenschap heeft afgelost door middel van zijn/haar eigen goederen, heeft hij/zij recht op vergoeding (zie Art. 1:95 BW). Particuliere schulden van een echtgenoot kunnen worden verhaald op de gemeenschap tijdens het huwelijk, maar de andere echtgenoot heeft het recht om de eigen activa van de aansprakelijke echtgenoot, waarop de schuld kan worden verhaald, bekend te maken aan de schuldeiser. Indien een particuliere schuld wordt afgelost door middel van de gemeenschap, heeft de aansprakelijke echtgenoot de verplichting om de gemeenschap te vergoeden (zie Art. 1:96 lid 4 BW).