2 Is er een wettelijk huwelijksvermogenstelsel en zo ja, wat houdt dit in?

2.1. Beschrijf de algemene beginselen: Welke goederen maken deel uit van de gemeenschap van goederen? Welke goederen zijn onderdeel van het privé vermogen van de echtgenoten?

Overeenkomstig de Finse Huwelijkswet behoort het vermogen dat een echtgenoot heeft verworven vóór het aangaan van het huwelijk en het vermogen dat hij/zij verwerft tijdens het huwelijk uitsluitend hem/haar toe (paragraaf 34 Huwelijkswet). Tenzij de echtgenoten anders zijn overeengekomen, hebben zij een “huwelijksrecht” op elkaars vermogen, ongeacht of het vermogen roerende of onroerende goederen betreft. Het vermogen dat valt onder dit “huwelijksrecht” wordt verdeeld wanneer het huwelijk wordt ontbonden. De schenker van een schenking, een erflater of een polishouder kan echter bepalen dat de echtgenoot van een begiftigde, van een erfgenaam of van een verzekeringsbegunstigde geen “huwelijksrecht” heeft op het vermogen dat zijn/haar echtgenoot heeft ontvangen als schenking, uit hoofde van een testament of op basis van een clausule omtrent de begunstigde in een verzekering (paragraaf 35 Huwelijkswet).

2.2. Zijn er wettelijke veronderstellingen met betrekking tot de toekenning van goederen?

Tenzij anders is bepaald, wordt aangenomen dat het gehele vermogen van de echtgenoten onder dit “huwelijksrecht” valt.

2.3. Moeten de echtgenoten een inventaris van de bezittingen opstellen? Zo ja, wanneer en hoe?

Een echtgenoot heeft het recht om van de andere echtgenoot te eisen dat deze deelneemt aan de opmaak van een boedelbeschrijving van de roerende goederen van beide echtgenoten. Indien er een geschil ontstaat over de toebedeling van het vermogen, beslist de rechter welke bewijswaarde wordt toegekend aan de boedelbeschrijving (paragraaf 60 Huwelijkswet). In de praktijk is het opstellen van een boedelbeschrijving onvermijdelijk na het instellen van een echtscheidingsprocedure en vóór de verdeling van het huwelijksvermogen, aangezien het niet mogelijk is om de goederen die onder het “huwelijksrecht” vallen anders te

2.4. Wie is verantwoordelijk voor het beheer van het vermogen? Wie mag goederen vervreemden? Mag één echtgenoot alleen de goederen vervreemden/beheren of is de toestemming van de andere echtgenoot nodig (bijvoorbeeld in geval van vervreemding van echtelijke woning)? Welk effect heeft de ontbrekende toestemming op de geldigheid van een overdracht en op de tegenwerpbaarheid daarvan aan een derde?

Beide echtgenoten beheren onafhankelijk van elkaar hun eigen vermogen tijdens het huwelijk (paragraaf 36 Huwelijkswet). Indien de echtelijke woning de volledige eigendom is van één  echtgenoot, heeft hij/zij echter toestemming nodig van de andere echtgenoot wanneer hij de woning wil vervreemden. Indien deze toestemming niet is verkregen voor het vervreemden van het huis, dan kan de benadeelde echtgenoot deze rechtshandeling betwisten. Deze vordering kan slechts ingesteld worden tot drie maanden na de voltooiing van de transactie (paragraaf 38 Huwelijkswet). Indien de echtgenoten gezamenlijk eigenaar zijn van een vermogen, dienen zij ook de handelingen met betrekking tot dit vermogen samen uit te voeren. Indien een echtgenoot roerende goederen die eigendom zijn van de andere echtgenoot, of waarvan beide echtgenoten gezamenlijk eigenaar zijn, vervreemdt of verpandt zonder toestemming van de andere echtgenoot, heeft deze echtgenoot het recht om deze terug te kopen. Indien de derde niet te goeder trouw was of indien de juridische transactie om niet is geschied, heeft de echtgenoot het recht om de goederen terug te nemen zonder vergoeding (paragraaf 58 Huwelijkswet).

2.5. Is een overdracht verricht door de ene echtgenoot ook bindend voor de andere?

Beide echtgenoten zijn gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor een schuld die één van beide echtgenoten is aangegaan voor het gezinsonderhoud (zie 2.6.).

2.6. Wie is aansprakelijk voor de schulden tijdens het huwelijk? Op welke goederen kunnen schuldeisers zich verhalen?

Beide echtgenoten zijn afzonderlijk aansprakelijk voor schulden die zij hebben aangegaan voorafgaand aan of tijdens het huwelijk. Beide echtgenoten zijn echter gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor een schuld die een van beide echtgenoten is aangegaan voor het gezinsonderhoud. Er is echter geen sprake van gezamenlijke aansprakelijkheid voor een geldlening die een echtgenoot is aangegaan voor onderhoud of een andere schuld die is aangegaan voor onderhoud indien de schuldeiser op de hoogte was van het feit dat de echtgenoten afzonderlijk leefden als gevolg van een breuk in de relatie (paragraaf 52 Huwelijkswet). De echtgenoten zijn gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor schulden die zij samen zijn aangegaan tijdens het huwelijk, tenzij anders is overeengekomen (paragraaf 53 Huwelijkswet).