3 Hoe kunnen de echtgenoten hun goederenstelsel regelen?
3.1. Van welke bepalingen kunnen de echtgenoten afwijken door een contract te makenen en welke niet? Voor welk huwelijksvermogenstelsel kunnen zij kiezen?
De echtgenoten hoeven niet het wettelijke regime te kiezen, maar het staat hen vrij om huwelijkse voorwaarden/een huwelijkscontract op te stellen die zijn aangepast aan hun persoonlijke situatie.
In het Burgerlijk wetboek kent drie hoofdregimes:
- regime van gemeenschap van goederen;
- regime van scheiding van goederen;
- regime van wettelijk deelgenootschap.
Alle contractuele regimes zijn gebaseerd op het beginsel dat het de echtgenoten vrij staat het huwelijksvermogensregime te kiezen dat zij willen. Deze keuzevrijheid kent echter enkele beperkingen, aangezien ze bepaalde uitgangspunten moet volgen.
De huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract mogen/mag derhalve niet in strijd zijn met de goede zeden (artikel 1387 BW), mogen/mag niet afwijken van regelgeving met betrekking tot het ouderlijk gezag, wettelijk beheer over het vermogen van de kinderen en de voogdij (artikel 1388 BW) of mogen/mag niet voorzien in een overeenkomst of het afstanddoen van de wettelijke erfopvolging (artikel 1389 BW). De bepalingen in de artikelen 212 tot 226 van het Burgerlijk Wetboek moeten volledig in acht worden genomen, met uitzondering van de bepalingen betreffende de verschillende huwelijksvermogensregimes.
De regimes met betrekking tot de gemeenschap zijn opgenomen in artikel 1497 e.v. van het Burgerlijk Wetboek. De echtgenoten kunnen kiezen uit een aantal huwelijksvermogensregimes, waarvan de bekendste de algehele gemeenschap van goederen is, zoals opgenomen in artikel 1526 van het Burgerlijk Wetboek. In geval van algehele gemeenschap van goederen, vormt al het huidige en toekomstige vermogen, zowel roerende als onroerende goederen, de gemeenschap. De echtgenoten hebben derhalve geen persoonlijk vermogen, met als enige uitzondering activa die naar hun aard tot het vermogen behoren van een van beide echtgenoten. Alle schulden van de echtgenoten zijn gezamenlijk en beide echtgenoten zijn hier gezamenlijk en hoofdelijk voor aansprakelijk. Dit geldt ook voor schulden die door een van beide echtgenoten zijn aangegaan voorafgaand aan het huwelijk.
Het regime van scheiding van goederen is opgenomen in de artikelen 1536 tot en met 1541 van het Burgerlijk Wetboek. Onder dit regime hebben de echtgenoten in principe geen gemeenschappelijke goederen. Al het vermogen behoort aan de ene of de andere echtgenoot toe. Elk van beide echtgenoten behoudt het beheer, het genot en de vrije beschikking over zijn/haar persoonlijk vermogen en is aansprakelijk voor eventuele schulden die door hem/haar zijn aangegaan, zowel voorafgaand aan als tijdens het huwelijk (artikel 1536 BW). De enige uitzondering zijn schulden die door een van beide echtgenoten zijn aangegaan met betrekking tot de kosten van de huishouding of van het opvoeden van kinderen.
Het regime van wettelijk deelgenootschap wordt beheerst door de artikelen 1569 tot en met 1581 van het Burgerlijk Wetboek. Elk van beide echtgenoten behoudt het beheer, het genot en de vrije beschikking over zijn of haar persoonlijk vermogen. Dit regime werkt tijdens het huwelijk alsof de echtgenoten zijn getrouwd onder het regime van scheiding van goederen en bij de ontbinding ervan als het regime van gemeenschap van goederen (artikel 1569 BW).
3.2. Wat zijn de formele vereisten en met wie moet ik contact opnemen?
Alle huwelijkse voorwaarden/huwelijkscontracten moeten worden opgesteld ten overstaan van een notaris (artikel 1394 BW). Er dient daarom contact te worden opgenomen met een notaris om de huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract te laten opstellen.
3.3. Wanneer kan het contract worden gesloten en wanneer treedt het in werking?
Huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract kunnen/kan zowel voorafgaand aan als tijdens het huwelijk worden opgesteld. Wanneer ze zijn/is opgesteld voorafgaand aan het huwelijk, dan kunnen/kan ze pas ingaan op de dag van het sluiten van het huwelijk (artikel 1395 BW). Indien ze tijdens het huwelijk worden/wordt opgesteld, treden/treddt ze tussen de partijen in werking op de datum van de notariële akte (artikel 1397, lid 2 BW).
3.4. Kan een bestaand contract gewijzigd worden door de echtgenoten? Zo ja, onder welke voorwaarden?
Nadat het contractuele of wettelijke huwelijksvermogensregime twee jaar van kracht is geweest, kunnen de echtgenoten, middels een notariële akte en met inachtneming van enkele beperkingen, wijzigingen aanbrengen die zij passend achten of het gehele regime wijzigen (artikel 1397, lid 1 BW).