6 Wat zijn de gevolgen van overlijden?
Na de dood van een van beide echtgenoten zijn de rechten van de langstlevende echtgenoot afhankelijk van de vraag of de overleden echtgenoot een testament heeft achtergelaten of niet. Indien de overleden echtgenoot geen testament heeft achtergelaten en geen afstammelingen heeft, dan heeft de langstlevende echtgenoot recht op de gehele nalatenschap van de overleden echtgenoot (artikel 67, lid 1 Wet betreffende erfopvolging 1965). Indien de overleden echtgenoot geen testament heeft, maar wel echtgenoot en kinderen achterlaat, dan heeft de echtgenoot recht op twee derde van de nalatenschap (artikel 67, lid 2, onder a Wet betreffende erfopvolging 1965). Indien de overleden echtgenoot een testament heeft opgesteld en een echtgenoot, maar geen kinderen achterlaat, heeft de langstlevende echtgenoot recht op de helft van de nalatenschap (artikel 111, lid 1 Wet betreffende erfopvolging 1965), niettegenstaande de bepalingen in het testament. Indien de overleden echtgenoot een testament heeft opgesteld en een echtgenoot en kinderen achterlaat, heeft de langstlevende echtgenoot een wettelijk recht op een derde van de nalatenschap (artikel 111, lid 2 Wet betreffende erfopvolging 1965), niettegenstaande de bepalingen in het testament.
Bij een scheiding van tafel en bed kan een van beide of kunnen beide echtgenoten een verzoek indienen om het erfrecht van de andere echtgenoot teniet te laten gaan (artikel 14 Wet betreffende familierecht 1995). Na een echtscheiding verliezen de echtgenoten hun echtelijke status en zijn de rechten overeenkomstig de Wet betreffende erfopvolging 1965 niet langer van toepassing. Na een echtscheiding en het daarop volgende overlijden van een van beide (voormalige) echtgenoten kan de langstlevende (voormalige) echtgenoot een verzoek indienen bij de rechter voor een aandeel in de nalatenschap indien de rechter een dergelijk besluit passend vindt en ervan overtuigd is dat tijdens het leven van de overleden echtgenoot er niet voldoende was gezorgd voor de aanvrager (artikel 18, lid 1 Wet betreffende familierecht (echtscheiding) 1996). Bij het afgeven van het echtscheidingsvonnis of op enig moment daarna voorafgaand aan de indiening van een dergelijk herstel na het overlijden kan een van beide of kunnen beide echtgenoten een verzoek indienen om dit recht bij vonnis teniet te laten gaan
(artikel 18, lid 10 Wet betreffende familierecht (echtscheiding) 1996).