5 Wat zijn de gevolgen van echtscheiding/scheiding?

5.1. Hoe wordt het vermogen (goederen rechten) verdeeld?

Tot het moment van scheiding van tafel en bed of echtscheiding geldt het stelsel van scheiding van goederen. Bij zowel scheiding van tafel en bed als echtscheiding is de verdeling van het vermogen dat de partijen afzonderlijk of gezamenlijk houden onderworpen aan de belangrijkste eis dat voor de echtgenoten en eventuele afhankelijke kinderen goed moet worden gezorgd (artikel 3, lid 2, onder a Hervormingswet betreffende scheiding van tafel en bed en familierecht 1989 en artikel 5 Wet betreffende familierecht (echtscheiding) 1996) en tevens aan de wettelijke eis dat alle in het belang van de moeten worden genomen artikel 16, lid 5 Wet betreffende familierecht 1995 en artikel 20, lid 5 Wet betreffende familierecht (echtscheiding) 1996) en onder voorwaarde dat de rechter de 12 wettelijke factoren eerbiedigt die zijn opgenomen in artikel 16, lid 2, onder a-l Wet betreffende familierecht 1995 en artikel 20, lid 2, onder a-l Wet betreffende familierecht (echtscheiding) 1996. Het aandeel van een echtgenoot in het vermogen wordt derhalve in elk zaak op subjectieve basis vastgesteld door de rechter, in het  algemeen verwijzend naar de omstandigheden van het huwelijk, met, maar niet beperkt tot, een onderzoek van de impact van de rol die de echtgenoten hebben gespeeld tijdens het huwelijk, eventuele opofferingen en/of bijdragen die een van beide of beide echtgenoten hebben gedaan en hun huidige en toekomstige verdiensten. In zaken waar het gaat om een lager inkomen richt de rechter zich over het algemeen het meest tot het voorzien in de basisbehoeften van de afhankelijke echtgenoot en kinderen en dit omvat tevens het zekerstellen van een woning voor deze partijen. De rechter is echter niet beperkt tot het slechts voorzien in de behoeften van de afhankelijke echtgenoot en derhalve is er een trend ontstaan om in gevallen waar voldoende middelen aanwezig zijn een derde van het vermogen toe te wijzen aan de niet-verdienende of minder rijke echtgenoot. Met betrekking tot fout gedrag, tenzij de fout gemaakt door één van beide echtgenoten wordt beschouwd als „grof en duidelijk”, zal dit geen invloed hebben op de verdeling.

5.2. Wie is aansprakelijk voor de bestaande schulden na echtscheiding/scheiding?

De aansprakelijkheid voor schulden die zijn aangegaan door een van beide echtgenoten blijft de verantwoordelijkheid van die echtgenoot na scheiding van tafel en bed/echtscheiding, tenzij de rechter anders beslist. Een dergelijke overdracht van verantwoordelijkheid kan deel uitmaken van een schikking die de rechter beveelt in het belang van eerlijkheid (“fairness”).

5.3. Kan een echtgenoot aanspraak maken op een vergoeding jegens de ander?

De rechter kan een vonnis uitspreken waarin een bedrag ineens moet worden betaald door de ene echtgenoot aan de andere echtgenoot indien dit in het belang van de rechtvaardigheid is (artikel 16, lid 5 Wet betreffende familierecht 1995 en artikel 20, lid 5 Wet betreffende familierecht (echtscheiding) 1996) en in het licht van de 12 wettelijke factoren die de rechter moet eerbiedigen artikel 16, lid 2, onder a-l Wet betreffende familierecht 1995 en artikel 20, lid 2, onder a-l Wet betreffende familierecht (echtscheiding) 1996).