8 Wat bepaalt de wet voor de goederen van geregistreerde en niet-geregistreerde partners?
Geregistreerd partnerschap De Wet (1994:1117) betreffende geregistreerd partnerschap (de Partnerschapswet) is eind april 2009 vervallen. Op datzelfde moment werd het huwelijk opengesteld voor stellen van hetzelfde geslacht. De herroepen Partnerschapswet blijft uitvoering geven aan de wettelijke gevolgen voor partners die een partnerschap zijn aangegaan voor eind april 2009 en die hun partnerschap nog niet hebben omgezet in een huwelijk. Het regime van opgeschorte gemeenschap van goederen is ook volledig van toepassing op geregistreerde partners.
Samenwonen buiten het huwelijk Samenwonen buiten het huwelijk wordt in het Zweedse recht geregeld in speciale wetgeving: de Samenwonendenwet (2003:376). De Samenwonendenwet is van toepassing indien twee ongetrouwde personen van hetzelfde of van verschillend geslacht permanent samenwonen in een relatie en hetzelfde huishouden delen. De wet bedoelt de financieel zwakkere partij te beschermen. Er vindt geen registratie plaats van de relatie. Bij het beëindigen van de samenwoning (paragraaf 2) kan elk van beide partijen binnen een jaar een verzoek indienen tot de verdeling van het vermogen (paragraaf 8). De regels voor de verdeling van het vermogen overeenkomstig de Samenwonendenwet zijn gebaseerd op de verdelingsregels van de Huwelijkswet. Het vermogen dat in aanmerking komt voor verdeling overeenkomstig de Samenwonendenwet is echter minder omvattend, aangezien alleen de gezamenlijke woning van de samenwonenden en huishoudelijke goederen die zijn aangeschaft voor gezamenlijk gebruik in aanmerking komen voor verdeling (zogenoemd samenwonendenvermogen). Vermogen dat voornamelijk voor recreatieve doeleinden werd gebruikt evenals vermogen dat werd verworven voordat werd begonnen met samenwonen, is uitgesloten. De nettowaarde van het samenwonendenvermogen wordt verdeeld en de partner die over het meeste samenwonendenvermogen beschikt, kan kiezen of vereffening plaatsvindt middels een eenmalige betaling of door de overdracht van activa van dezelfde waarde (paragraaf 17). De samenwonende met de grootste behoefte aan een woning kan het recht worden gegund om de woning over te nemen bij de beëindiging van het samenwonen, ook als deze woning het persoonlijke eigendom was van de andere samenwonende, op voorwaarde dat op het onroerend goed een lease/huur of lidmaatschapsrecht wordt gevestigd(in het Zweeds: bostadsrätt) (paragraaf 22). Net als bij echtgenoten zijn er beperkingen van toepassing op het vervreemden van de gezamenlijke woning voor ongehuwde samenwonenden (paragrafen 23-25). De samenwonenden kunnen overeenkomen dat de regels betreffende de verdeling van vermogen overeenkomstig de Samenwonendenwet niet op hen van toepassing zijn (paragraaf 9). Het verzoek tot verdeling van het vermogen moet binnen één jaar na het beëindigen van de relatie worden ingediend (paragraaf 8, lid 2). Daarnaast kunnen ongehuwd samenwonende stellen, net als echtgenoten, een voorlopige overeenkomst over de verdeling van het vermogen sluiten wanneer het samenwonen op zijn einde loopt (paragraaf 9).